« terug naar overzicht

symposium op TU Delft

symposium op TU Delft

Naar aanleiding van de boekpresentatie 'De wetten van de bouwkunst. Nederlandse architectuurboeken in de negentiende eeuw' van Petra Brouwer organiseerden TU Delft en NAi Uitgevers op 3 februari j.l. het symposium 'De kennis van de architect'.

Het eerste deel van de middag relateerden architecten de kennis van de 19de-eeuwse handboeken aan hun actuele ontwerppraktijk. Wat is de waarde van deze kennis van materiaal, constructie, ontwerp en schoonheid? Is ze nog bruikbaar en herkenbaar nu?
Het tweede deel van de middag richtte zich op de eigentijdse architectuuropleidingen. De ambitie van handboeken is het vakgebied in hoofdzaken en in regels en wetten samen te vatten. Geldt deze ambitie ook voor de opleiding? Is er nog een collectief gedeelde opvatting over de essentiële kennis van de architect? Is daar behoefte aan, en is ze eigenlijk nog wel belangrijk?
Kritische verhouding tot het architectonisch verleden

Welke kennis behoort tot het vakgebied van de architectuur? Is architectuur een ambacht, een industrieel product, een artistieke creatie, een intellectuele discipline? Wie bepaalt de criteria voor de kwaliteit van een plattegrond, maatverhoudingen, bouwmaterialen, detaillering of expressie? De inhoudelijke en normatieve afbakening van architectuur als discipline wordt sterk bepaald door de bouwkundige opleidingen en vakliteratuur. Sinds hun ontstaan in de negentiende eeuw leren zij aankomende architecten wat goede architectuur is. Het symposium 'De kennis van de architect' stelde deze dynamiek en continuïteit centraal vanuit de overtuiging dat moderne architectuur zich kritisch en zelfbewust tot haar verleden moet verhouden.

Moderator: Maarten Delbeke (U Gent/ U Leiden)