« terug naar overzicht

Excursie Koningsdaal 30 oktober 2016

Excursie Koningsdaal 30 oktober 2016

Zondag een prachtige dag voor de expeditie naar Koningsdaal. Het programma bestond uit twee inleidende presentaties door stedenbouwkundig adviseur Peter Hoesbergen en architect Joris Molenaar. Daarna trokken 40 deelnemers onder leiding van Joris Molenaar de wijk in.

Tegen de volkswijk Waterkwartier aan verrijst Koningsdaal, een ontwikkeling van BPD Bouwfonds en bouwer Trebbe. De kopers van de “royale herenhuizen” (v.a. €289.500 v.o.n.) en “stadsvillas” (tot €399.000 v.o.n.) hebben meer met hipstercafé Blommers in het Honigcomplex dan met Café ‘t Woaterkwartiertje, om de hoek in de Voorstadslaan. Hoe draagt de architectuur en het stedenbouwkundig ontwerp van Koningsdaal bij aan het slaan van bruggen tussen wijken en het verbinden van de stad met de rivier? En waarom is hier expliciet gekozen voor een historiserende beeldtaal?

Peter Hoesbergen (Hoesbergen Advies) presenteerde zijn visie op de ontwikkelstrategie. Hij studeerde op verzoek van het Ontwikkelbedrijf Waalfront aan een alternatief voor het ‘spierballenplan’ van Lodewijk Baljon en Liesbeth van der Pol. Dit plan bevatte voor Nederlandse begrippen hoge woontorens met appartementen en daar was de markt tijdens de crisis niet meer in geïnteresseerd. Nijmegen had en heeft behoefte aan stadswoningen dichtbij het centrum; een alternatief voor de dure woningen in Nijmegen-oost. Zijn advies: bouw grondgebonden woningen met een privé tuin en appartementen in stedelijke bouwblokken, benut bestaande infrastructuur en faseer de ontwikkeling. Zet deze bouwblokken niet los in het groen, maar zorg voor een sterke samenhang, creëer kleinschalige openbare ruimte in een parkachtige setting. Als supervisor had Peter de verantwoordelijkheid voor de architectenselectie en werkte de plannen samen met stedenbouwkundige Mathieu Schouten verder uit.

Ontwikkelaar BPD nam het advies over en inmiddels was bouwer Trebbe uit de aannemersselectie gekomen. Er moest uit kostenoverwegingen snel gebouwd worden door middel van systeembouw, waardoor er geld over bleef voor de architectonische uitstraling. BPD gaf een selectie van architecten als opdracht mee om woningen te tekenen in de ‘sfeer van Oost’.

Joris Molenaar (Molenaar & Co) kwam als architect uit de architectenselectie. Als zelfbenoemd eclectisch architect presenteert hij zich als iemand met fascinatie voor renovatie van bestaand cultureel erfgoed. Hij stelt zich de vraag hoe we willen leven met en in onze erfenis. Het debat moet daarbij niet gaan over de vraag of iets modern of traditioneel is, maar welke identiteit het heeft; het is volgens Joris ouderwets om steeds modern te willen zijn. Deze houding gaf hem als een van de weinige architecten de mogelijkheid om onbevangen op de vraag van de opdrachtgever in te gaan.

Hij haalde referentiestijlen op in Oost en transformeerde deze tot een passende jas voor de achterliggende systeembouw. Geïnspireerd door de industriële gebouwen in de nabije omgeving, gaf hij delen van de nog te bouwen blokken een herkenbare uitstraling.

De oorspronkelijk als gesloten gedachte bouwblokken werden op de hoeken geopend om ze algemeen toegankelijk te houden en van accenten als een erker of een tuin voorzien om ze een gezicht aan de straat te geven. Het resulteert in een wijk met klassieke zichtlijnen en een divers gevelbeeld opgebouwd uit ornamenten, speklagen, daklijsten en baksteenarchitectuur met smalle voegen.

De binnenhoven dienen als parkeerplaats voor de bewoners aan kleine achtertuinen met houten schuurtjes zoals in iedere nieuwbouwwijk. Ook binnen contrasteert het opgeroepen klassieke beeld met de voorgeschreven maatvoering uit het bouwbesluit en de rationele bouwmethode van kanaalplaten, standaard borstwering en het ontbreken van specifieke details.

De aansluiting met het Waterkwartier werd gezocht in het doorzetten van het bestaande stratenpatroon. Er is niet geprobeerd om een brug te slaan tussen de twee bevolkingsgroepen van voormalige arbeiders en de hoog-opgeleide welgestelden. Toch bestaat het idee dat de wijk er door deze ‘invasie’ op vooruit gaat en een nieuwe aantrekkingskracht met zich meebrengt voor het laag gewaardeerde Nijmegen West. De verkoop loopt in ieder geval uitzonderlijk goed; bijna alle woningen zijn op voorhand verkocht.

Historiserend bouwen blijft onder veel architecten not done. Joris Molenaar heeft er geen probleem mee. Maar als je het wilt, dan moet je het goed doen. Is hij niet bang voor het verlies van de leesbaarheid van de stad? Historiserend bouwen is volgens hem van alle tijden, ook in Nijmegen Oost werden geliefde oudere bouwstijlen volop gekopieerd. “De huidige historiserende bouwstijl is typisch iets van onze tijd, als je dat weet dan zul je dat ook later aan de stad af kunnen lezen”.

De tweede fase van het plan, Koningsdaal Noord, krijgt eenzelfde stedenbouwkundige opzet, maar ligt dichter aan de Waal en zal zich daarom volgens de gemeente en BPD moeten presenteren als een wijk met een robuustere uitstraling.

Tijdens een goede lunch bij de Meesterproef was er gelegenheid om Peter en Joris vragen te stellen over hun zienswijze en keuzes.