Een onzichtbare ingreep: functionele aanpassing interieur Bodon/Robbrecht Daem-vleugel

In 2007 deed het museum ons samen met Walraad architecten v.o.f. twee verzoeken. Doe een voorstel voor: een andere expositierouting op de begane grond in de vleugel van A. Bodon (1972) met de uitbreiding van architecten Robbrecht & Daem (2003). Directe aanleiding hiervoor was de verplaatsing uit de kelder en presentatie aan het publiek van het prentendepot op de begane grond. De tweede vraag was: stel een restauratieplan op voor het oudste deel van het museum, ontworpen door architect A. van der Steur in 1935, te beginnen met de toren en een nieuwe controlekamer. Het Van der Steur-gebouw kreeg in 2000 de status van Rijksmonument.

Ons uitgangspunt bij de herziening van de Bodon/Robbrecht Daem-vleugel was 'de onzichtbare ingreep' met respect voor de ruimtelijke kwaliteit en het karakter van de twee vorige bouwfases. Dit werd bereikt onder andere door het ontmantelen van dichtgezette ruimtes waardoor de twee trappenhuizen van Bodon weer te voorschijn kwamen. Dit 'afpellen' gold ook voor de bestaande garderobe, expositiezalen en werkplaatsen. De hierdoor ontstane ruimte bood de mogelijkheid om een 'entreeplein' te creëren, het prentenkabinet- en depot een plaats te geven en een tentoonstellings- en educatieve ruimte te scheppen. De inrichting hiervan werd uitgevoerd door toonaangevende kunstenaars. Zo gaf Marieke van Diemen vorm aan het vernieuwde prentenkabinet en -depot waar in grote, in schemerlicht gehulde vitrines topstukken uit de museumcollectie worden getoond. Op het eerder genoemde 'entreeplein' bevinden zich losstaande in het oog springende objecten zoals de blauwe B-vormige balie (Frank Bruggeman), de aan het plafond getakelde garderobecarrousel van Studio Wieki Somers en de transparante museumwinkel, een ontwerp van Bertjan Pot. Studio Makkink & Bey richtte aan de tuinzijde het educatieve centrum in met een opzienbare projectieruimte van twee schuin in elkaar geschoven huisjes, evenals een bijzondere wasruimte.